De opkomst van het influenzavirus naast het coronavirus
Bron: https://www.maurice.nl/2022/03/28/en-daar-hebben-we-de-griep-en-straks-misschien-wel-de-maatregelen/
Met de opkomst van Covid-19 verdween de griep bijna direct. Het is opmerkelijk dat zelfs in het ‘’normale griepseizoen’’ van 2020-2021 de griep nergens ter wereld opdook. Nu het coronavirus (tijdelijk) uitdooft, zien we dat het in Nederland opkomt.
Als we kijken naar de grafiek van Nederland, is er momenteel een piek te zien. De hoogte van de grafiek hoeft niet altijd de ernst van de griep te betekenen. In 2017-2018 waren er bijvoorbeeld veel meer slachtoffers dan de jaren daarvoor en daarna. De grafiek is wel een indicatie van de mate van verspreiding van het influenzavirus. Deze grafiek laat heel goed het seizoenspatroon zien van de griep in Nederland (vanaf week 44-48 tot maart of april). Daarnaast is ook duidelijk te zien hoe in maart 2020 de griep plotseling verdween tot eind 2021.
Verklaringen opkomst influenzavirus
Er zijn twee verklaringen voor de opkomst van het influenzavirus:
- Nu de maatregelen zijn opgeheven, leeft de griep weer op. Experts als Van Dissel, Osterhaus en Prof. Menno de Jong gaven dit al aan voordat de griepepidemie begon.
- Het is een bekend patroon bij virussen, dat zij een korte periode actief zijn en een langere periode inactief. Dit is normaal. Ook verdwijnen sommige virus na een tijd. Een goed voorbeeld hiervan is de Mexicaanse griep die eind 2009 plotseling verdween uit Nederland zonder een duidelijke reden.
Als er blijkt dat het opheffen van de coronamaatregelen heeft gezorgd voor een forse griepgolf met een hoge belasting op de zorg, dan ligt het voor de hand om verschillende maatregelen die tegen Covid-19 zijn ingezet opnieuw uit de ‘gereedschapskist’ te halen.
De mogelijke verklaring van het patroon
Op veel plekken is het coronavirus momenteel uitgedoofd. De omikronvariant was erg dominant en overdreef ook influenza. In landen waar de bevolking al een grote mate van immuniteit heeft opgebouwd tegen de omikronvariant, zoals in Nederland en Denemarken, is er ruimte voor het griepvirus om zich weer te verspreiden.
Nu is het zeker zo dat mensen tijdens het normale griepseizoen elkaar een stuk minder ontmoeten. Dit vertraagt de verspreiding van het griepvirus. Ook de afname van het reizen tussen landen zorgt ervoor dat de griep zich minder snel wereldwijd kan verspreiden.
Seizoenspatronen influenza
Maurice de Hond heeft een hypothese met drie belangrijke componenten over de seizoenspatronen van influenza en het verschil tussen de patronen bij ons en in de (sub-)tropische gebieden:
- Als er weinig mensen zijn met immuniteit tegen een bepaald virus van de ademhalingsorganen, verspreidt een virus zich makkelijk en snel. Wanneer veel mensen immuun zijn tegen een virus, zorgt het virus niet voor grote uitbraken.
- Het seizoen of klimaat in een land of locatie kan ook voor een bepaalde situatie zorgen voor het verspreiden van een virus van de ademhalingsorganen door de lucht.
- De hypothese van Maurice de Hond is dat er veel meer virusdeeltjes (virions) in de lucht bevinden, die tot een infectie van de ademhalingsorganen leidt, dan er tot nu toe wordt aangenomen. Niet in hoge concentraties, maar doorgaans in lage concentraties. Pas wanneer je langere tijd een hoge concentratie inademt, raak je geïnfecteerd en probeert je lichaam de indringer te verdrijven. Of dit lukt, hangt af van verschillende factoren. Deze factoren zijn de kracht van het immuunsysteem samen met de eerdere ervaring met het virus. Pas wanneer de persoonlijke grenswaarde aan in te ademen virusdeeltjes is overschreden, is er sprake van een. De virale dosis is bepalend.
Als je uitgaat van de grotere aantallen virusdeeltjes in de lucht is het beter te begrijpen wat er gebeurt bij “de concurrentie” tussen Covid-19 en influenza. Naarmate er meer mensen zijn die nog niet immuun zijn en er meer virusdeeltjes zich in de lucht bevinden, zullen er veel meer mensen die grens van de virale doses overschrijden en worden geïnfecteerd. Wanneer zij zijn geïnfecteerd, zorgen zij vervolgens ook voor meer virusdeeltjes. Dit geeft het beeld van een snelle exponentiële groei.
Als dit gebeurt, krijgt een nieuw of ander virus dat zich verspreidt via ademhalingsorganen, waarvoor al behoorlijk wat mensen immuun zijn, minder mogelijkheid om deze mensen te infecteren. Dat gebeurt enerzijds omdat er minder mensen zijn die geïnfecteerd kunnen raken en dan weer nieuwe virusdeeltjes in de lucht kunnen brengen. Maar anderzijds kan slecht één virus tegelijk over de grenswaarde van de infectie komen. En als dat gebeurt, dan krijgt het andere virus dat zich ook in de lucht in kleine hoeveelheden bevindt, voorlopig geen kans.
Bij warmer en vochtiger weer in de gebieden boven de 30 graden Noorderbreedte en onder de 30 graden Zuiderbreedte blijft het virus veel minder lang in de lucht zweven en wordt er door mensen dus veel minder het virus ingeademd.