Het coronavirus zal nooit meer verdwijnen, verwachten wetenschappers. De samenleving moet ermee leren leven. Politici zijn daar nog amper mee bezig.
Uitzichtloos lijkt de lockdown in deze grauwe februarimaand. Een jaar na de eerste vastgestelde coronabesmetting in Nederland nemen het ongeduld en de schade van de crisis hand over hand toe. Zeker vijftienduizend mensen verloren het leven, tienduizenden worstelen nog elke dag met de nasleep van het virus. Mentale klachten nemen toe. De economie kromp vorig jaar met een historische 3,8 procent, tientallen miljarden euro’s noodsteun van de overheid voorkwamen grotere schade. Vanzelfsprekendheden als spontaan reizen of feesten en alledaags sociaal contact zijn weggevallen. Intussen duiken nieuwe virusvarianten op, net op het moment dat de wereld hoop kreeg door de komst van goed werkende vaccins.
Het wordt beter, misschien dit jaar nog, maar het coronavirus zal niet meer verdwijnen, verwachten virologen en andere infectieziektenexperts – NRC sprak er acht. Hoewel vaccins zeker verlichting gaan brengen, zou het zomaar nog een paar jaar kunnen duren voordat het virus wereldwijd écht onder controle is.
We zullen met het coronavirus moeten leren leven.
In de politiek lijkt dat besef nog amper ingedaald, blijkt uit gesprekken met politici en hun adviseurs en uit de verkiezingsprogramma’s. Daar is corona vooral een tijdelijke crisis waarvan de oplossing in zicht is – als later dit jaar een groot deel van de bevolking is gevaccineerd. Dan begint het herstel, verwachten partijen, en keert het ‘normaal’ terug. Lijsttrekkers willen het hebben over Nederland ná corona. Amper over Nederland mét corona. Terwijl het coronavirus nog jarenlang ingrijpen van de overheid kan vergen, wat vraagt om politieke keuzes.
Onderdeel van het vaste pakket
Het coronavirus kán nog verdwijnen: als met goed werkende vaccins iedereen ter wereld snel gevaccineerd wordt en als die vaccins niet alleen ziekte voorkomen, maar ook besmettingen.
Maar dat is een hoogst onwaarschijnlijk scenario, zeggen wetenschappers. Daarvoor is het virus te wijd verspreid, zegt de Leidse medisch viroloog Mariet Feltkamp. „We zijn nog nooit een luchtwegvirus kwijtgeraakt”, zegt arts-microbioloog Jean-Luc Murk, werkzaam in het Tilburgse Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis. „Alleen van pokken zijn we afgekomen,” zegt vaccinoloog Cécile van Els (Universiteit Utrecht en RIVM), „en bijna van polio. Maar het werkt alleen als je het mondiaal kunt aanpakken.”
Waarschijnlijker is dit, zeggen experts: het coronavirus wordt een ‘endemische’ ziekte. Het wordt onderdeel van het vaste pakket aan luchtwegvirussen dat elke winter rondwaart, waaronder vier milde corona-verkoudheidsvirussen en de griep. Voor de meeste mensen zijn deze endemische virussen geen groot probleem, maar voor fragiele ouderen en mensen met een zwak immuunsysteem kan een verkoudheid of griep fataal zijn. Komt de ‘r’ in de maand, dan begint het snotteren – straks dus waarschijnlijk ook door het nieuwste coronavirus.
Die situatie kunnen we voor Covid-19 dit jaar al bereiken, denkt Ron Fouchier, hoogleraar moleculaire virologie aan het ErasmusMC in Rotterdam en gespecialiseerd in het griepvirus. Als de vaccinaties volgens plan verlopen, zijn voor de zomer alle kwetsbare mensen gevaccineerd, en naar verwachting is in oktober 70 procent van de mensen boven de achttien jaar ingeënt. „Dan verdwijnt zo’n virus als pandemische stam, dat zien we ook bij grieppandemieën. Een deel van de populatie is dan niet immuun, de jonge kinderen, maar zij hebben weinig last van het virus, en ze zullen na een besmetting ook afweer hebben.” De ouderen zullen we goed in de gaten moeten houden. „Het kan zijn dat we die jaarlijks of tweejaarlijks moeten vaccineren, eventueel met steeds aan mutanten aangepaste vaccins, zoals we doen tegen griep.”
In politiek Den Haag wordt vooral uitgegaan van dit positieve scenario, blijkt uit gesprekken met ambtenaren en politici. Maar het kan ook anders lopen.
„We kunnen beter rekening houden met onverwachte wendingen”, aldus Jacco Wallinga, hoogleraar in Leiden en infectieziektemodelleur van het RIVM. Zijn modellen en prognoses spelen een grote rol bij de politieke besluiten over eventuele maatregelen. Hij heeft al genoeg tegenvallers gezien in deze pandemie. Er komen virusvarianten op – zoals de ‘Britse’, de ‘Zuid-Afrikaanse’ en de ‘Braziliaanse’–, die mogelijk besmettelijker zijn, of die ontsnappen aan de afweer, en die in het ergste geval ook ziekmakender kunnen zijn. Er is weerstand tegen maatregelen, tegen vaccinatie. De vaccinproductie hapert. Wallinga: „En zelfs als in oktober 70 procent gevaccineerd is, hou je nog altijd grote aantallen mensen over die nog geen weerstand hebben.” Die dus wél ziek kunnen worden, in het ziekenhuis terecht kunnen komen of kunnen overlijden.
Kortom, er volgt een onzekere overgangsfase tussen pandemie en endemie. Hoe lang die zal duren, kan niemand voorspellen – één, twee, of zelfs vijf jaar of langer, zoals Amerikaanse modelleerders vorige week schreven in het wetenschappelijke tijdschrift Science. Vaccinoloog Van Els schat dat de wereld twee, drie jaar nodig zal hebben om een evenwicht met het virus te vinden. Van invloed is ook of rijke landen willen investeren in snelle vaccinatiecampagnes in arme landen, zegt de Leidse viroloog Eric Snijder. „Een paar landen die niet meedoen kunnen al een groot probleem opleveren.”
Een andere belangrijke vraag waar nog geen antwoord op is: hoe lang blijft iemand immuun nadat hij is gevaccineerd of besmet is geweest? En hoe goed voorkomt de opgewekte afweer dat het virus rond blijft gaan, en blijft die afweer nieuwe virusvarianten herkennen?
Wallinga: „Als er steeds nieuwe varianten komen die ontsnappen aan de afweer, of als de immuniteit binnen een jaar weer verdwijnt, dan blijft het een race tussen vaccineren, maatregelen, en virus. Dan kun je ook in de zomer, de herfst of in het volgende voorjaar nog een flinke golf krijgen. Idem als de maatregelen te snel worden ingetrokken, of als iedereen die gevaccineerd is denkt dat hij zich er niet meer aan hoeft te houden.”
Race tussen virus en vaccins
In nog een donkerder scenario ontstaan sneller varianten van het virus die ontsnappen aan onze afweer dan wij de vaccins kunnen aanpassen. Nieuwe grote besmettingsgolven zijn dan bijna niet te voorkomen – en nieuwe beperkende maatregelen ook niet. „Het is een misvatting dat het coronavirus veel langzamer muteert dan griep”, zegt viroloog Snijder. „In labproeven zien we dat het virus bijzonder snel kan veranderen.”
Een mutatie naar een dodelijker of nog zieker makende variant is niet uitgesloten, al komt dat volgens Fouchier eigenlijk nooit voor bij luchtwegvirussen. „De natuurlijke selectie van een virus richt zich op beter kunnen rondgaan, niet op ziek maken.” Maar collega’s houden een slag om de arm. Wallinga: „Misschien wordt het virus wel nooit echt mild. Het zal nog steeds heel akelig kunnen uitpakken als iemand met onvoldoende afweer het krijgt.”
Arts-microbioloog Murk verwacht hoe dan ook een enorme piek aan patiënten in ziekenhuizen komende winter. „Door de lockdown en de maatregelen zijn er dit jaar geen mensen besmet geraakt met griep of het RS-virus. Maar die gaan komende winter allemaal langskomen, we verwachten een flinke griepepidemie. Daar bovenop komt een corona-epidemie.”
We zullen moeten accepteren dat er aan dit virus, net als aan de griep, jaarlijks mensen gaan overlijden, denkt Murk. In een heftig griepseizoen sterven nu al gauw duizenden mensen.
Kortom, als het meezit is het nieuwe coronavirus dit najaar in Nederland onder controle. Maar ook dan blijft waakzaamheid nodig: in armere landen kan grootschalige vaccinatie nog jaren duren. Een infectiehaard met een nieuwe variant is zo binnengevlogen. Het betekent dat reisbeperkingen nodig kunnen blijven. En dat er veel getest moet blijven worden om nieuwe uitbraken snel in te dammen en mutaties snel te ontdekken.
„Je moet een permanent niveau van waakzaamheid hebben”, zegt Snijder. Het grote voorbeeld hier is het Verenigd Koninkrijk, waar ze in tienduizenden monsters per week uit de teststraten de volledige genetische code van het aangetroffen virus karakteriseren. „Zo kun je mutanten snel oppikken.” In Nederland houdt het RIVM op deze manier nu duizend monsters per week in de gaten.
De teststraten en deze doorlopende monitoring van mutanten zullen zeker de komende jaren in gebruik moeten blijven, net als het bron- en contactonderzoek, zegt hoogleraar theoretische epidemiologie Hans Heesterbeek van de Universiteit Utrecht. Ook zelftesten zullen een belangrijke rol spelen, denken veel experts. Van Els: „Zelftesten voordat je vertrekt naar je werk, naar een evenement. Voor reizen zal een speciale procedure komen met testen. Dat zal een tijdje nodig zijn, tot blijkt dat het virus nog maar weinig rondgaat.”
Toch biedt ook testen geen garantie op succes. Wallinga: „De vraag is wat de mensen doen die positief getest zijn. Gaan ze inderdaad in quarantaine, en houden ze zich aan alle regels? Als mensen een ticket hebben geboekt voor een verre reis, of een mooi concert, gaan ze daar dan niet naartoe als ze positief blijken?”
Behalve teststraten zullen ook de vaccinatiestraten mogelijk nog langer gebruikt moeten worden, als blijkt dat een groot deel van de mensen regelmatig opnieuw moeten worden gevaccineerd met aangepaste vaccins. Het is werk dat momenteel allemaal door de zwaar belaste GGD’s gedaan wordt. Een woordvoerder van die organisatie zegt dat er al wel nagedacht wordt over hun toekomstige rol, maar dat de GGD’s „nu zó druk zijn met vaccinaties dat we ons daar nu op focussen”.
Huisartsen-peilstations
Na de woelige overgangsfase van pandemie naar endemie volgt een stabielere tijd. De samenleving accepteert de aanwezigheid van het virus én de jaarlijkse sterfte, de zorg is voorbereid op jaarlijkse golfjes van coronapatiënten. Grootschalige teststraten zijn dan niet meer nodig. Via huisartsen-peilstations en ziekenhuizen worden de circulerende luchtwegvirussen in de gaten gehouden. „Dan is het zaak om te kunnen beslissen op welk moment en tegen welke varianten de vaccins eventueel moeten worden aangepast”, zegt Heesterbeek. „Voor het influenzavirus is daar een efficiënt wereldwijd systeem voor.”
En de maatregelen? Daarover kunnen de experts lastig uitspraken doen. Heesterbeek kan zich voorstellen dat al deze zomer vrijwel alle maatregelen worden losgelaten, behalve regels als thuisblijven bij symptomen, bij twijfel laten testen en handen wassen. Ook Wallinga verwacht dat die set basisregels het langst zal blijven.
Dat het virus blijft, betekent dat er nog jaren van overheidshandelen nodig kunnen zijn. De overbelaste RIVM, de GGD’s en Volksgezondheid staan al een jaar in crisisstand. De pandemiebestrijding, bijvoorbeeld door inkoop van testcapaciteit, kostte al miljarden euro’s. Wat als die bestrijding niet tijdelijk is, maar voor langere tijd noodzakelijk?
Toch blijkt het besef dat de dans met het coronavirus lang kan duren nog amper doorgedrongen in Den Haag. Binnen ministeries wordt verwacht dat de crisis deze zomer wel grotendeels voorbij is – aan scenario’s voor daarna wordt maar beperkt gewerkt. Lijsttrekkers die na de verkiezingen van 17 maart Nederland willen gaan besturen, willen het hebben over hoe de samenleving er ná corona uit moet zien. Ze zeggen via hun woordvoerder dat het een vraag voor virologen is. Of ze hebben geen tijd om erover te praten – de verkiezingscampagne heeft meer prioriteit.
PvdA-lijsttrekker Lilianne Ploumen zegt te verwachten dat het coronavirus uiteindelijk, „net als de polio”, zal verdwijnen: „Daar gaan de vaccins ons bij helpen. Ik baseer het op wat ik als minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking zag in ontwikkelingslanden: ik was onder de indruk hoe ze virussen onder controle kregen.”
Volgens Ploumen vraagt het om „alertheid”: „Landen die in 2015 met ebola te maken hadden zijn veel alerter geworden op uitbraken. Dat zal bij ons ook zo worden, via de GGD’s.” GroenLinks-leider Jesse Klaver wil vooral een grotere inzet op testen, zegt hij: „Dat is niet dé oplossing. Maar deze situatie kan nog een hele tijd duren, ook omdat niet de hele wereld in één keer gevaccineerd is. Dan heb je andere middelen nodig dan alleen de lockdown. Laten we het in ieder geval proberen.”
Partijen zien de coronacrisis als een kans om te breken met het oude. In de partijprogramma’s is corona een tijdelijke ontwrichting, niet zozeer een blijvende verandering die dus ook om een aanpassing vraagt van de manier waarop de politiek ermee omgaat. De crisis heeft voor veel partijen scherper in beeld gebracht wat er mis is: er is te veel ongelijkheid, de arbeidsmarkt is te onzeker, door de grote internationale verbondenheid is Nederland ook kwetsbaar, de omgang tussen mensen en dieren moet anders.
Blijvende corona kan een grote uitdaging zijn voor de overheid. Hoe kan de zorg bijvoorbeeld een eventuele jaarlijkse corona-epidemie aan? Microbioloog Murk: „Een normale griepepidemie kunnen we eigenlijk nét niet aan: de ziekenhuizen liggen vol en reguliere zorg wordt uitgesteld. Als daar een jaarlijkse corona-epidemie bovenop komt, zijn er véél meer bedden en personeel nodig.”
Onder meer CDA, VVD en FVD willen dat de ziekenhuiscapaciteit flexibeler wordt zodat, zoals de VVD in het programma schrijft, de „zorg schokbestendiger [wordt] voor plotse gezondheidscrises”. Ook moet er een „reserveleger” komen van zorgpersoneel dat in zo’n geval kan bijspringen.
Maar gaat dat ook gebeuren? De zorg is met zo’n 87 miljard euro per jaar nu al de op één na grootste kostenpost op de rijksbegroting. Door de vergrijzing zullen die kosten toenemen en daar kan een jaarlijks terugkerende corona-epidemie nog bovenop komen. „Maar de hoeveelheid geld die men echt wíl besteden aan zorg wordt niet groter”, ziet microbioloog Murk. „Er moet altijd weer een kaasschaaf overheen. Wat willen ze precies dat de zorg kan doen?” GroenLinks-leider Klaver: „Het beperkte aantal bedden voorkomt overbehandelingen. De uitdaging wordt om de capaciteit uit te breiden, zónder dat het leidt tot onnodige productie in de zorg.”
Voorlopig zijn er alleen onzekere scenario’s. Eigenlijk, zegt de Leidse viroloog Feltkamp, „staan we nog maar aan het begin van het leven met dit coronavirus”.