Geen twijfel: sneltesten geven ons snel meer vrijheden.
Een grote studie van Harvard en MIT liet zien dat de gemiddelde hoeveelheid viraal rna, zoals de PCR-test die meet in de neus-keelholte van mensen met ziekteverschijnselen, even hoog of laag is als die bij mensen zonder enig teken van infectie. Dit suggereert dat de hoeveelheid virus niet bepalend is of je van het virus ziek wordt of niet. Ook de notie dat alleen mensen met ziekteverschijnselen besmettelijk zijn, is onjuist. Sterker, die kans is in de praktijk veel kleiner, omdat er actief beleid op gevoerd wordt om iedereen met verschijnselen die lijken op Covid-19 thuis te houden, nog voor de PCR-test uitsluitsel heeft gegeven.
Het is niet zo dat elk virusdeeltje ook infectieus is of voor besmetting zorgt: infectiositeit van een virus hangt af van de kwaliteit of het intact zijn van het virusdeeltje en de hoeveelheid deeltjes. De PCR-test spoort alle virusdeeltjes op, of die nu infectieus zijn of niet. Vaak zijn er tientallen tot honderden virusdeeltjes nodig om cellen in een reageerbuis te infecteren: de hoeveelheid virus doet er toe als je wil weten of iemand besmettelijk is. Op dit moment wordt bij een PCR-test alleen als uitslag gegeven of je virus-RNA in je keel hebt of niet, maar niet hoeveel, terwijl dat wel uit de test valt af te lezen. Zonder de hoeveelheid virus in je keel te weten, kun je over besmettelijkheid niets zeggen. Je kan PCR-test-positief zijn en niet besmettelijk.
Sneltest in het voordeel
Recentelijk zijn er zogeheten antigeentesten geïntroduceerd, ‘sneltesten’, die niet het RNA van het virus aantonen, maar de eiwitten van het virusdeeltje. Deze testen sporen niet alle virusdeeltjes op maar slechts een deel. Dit maakt deze testen minder gevoelig, wat zoveel wil zeggen dat als je weinig virus-RNA in je neus of keel hebt, de sneltest negatief is. Dat is erg als je wil weten of iemands ziekteverschijnselen door een coronavirusinfectie zijn ontstaan. Maar is dat ook erg als je besmettelijkheid wilt opzoeken, of juist een voordeel?
Johns Hopkins University deed daar baanbrekend onderzoek naar, gebruikmakend van een van de twee sneltesten die ook in Nederland als beste uit de bus kwam. In het lab bleek dat een positieve uitslag in de antigeentest direct gecorreleerd was met infectieus virus (dat je dus besmettelijk bent), waar dat bij PCR-positiviteit niet zo is. Vergelijkbare resultaten werden ook door Marion Koopmans en haar team van het Erasmus MC gerapporteerd. De testen van het bedrijf Abbott misten vrijwel geen infectieus virus. Op grond van zo’n negatieve test zou ik het aandurven mensen de toegang tot een café, restaurant of stadion te verschaffen, en bij positiviteit toegang te weigeren en voor confirmatie naar de GGD te sturen voor een PCR-test.
De PCR-test is daarmee iets voor de GGD’s en hun teststraten, net als de test van TNO en de recentelijk geëvalueerde blaastest, omdat ze kostbare randapparatuur en getraind personeel vragen om een uitslag te kunnen geven. De antigeen-test zonder randapparatuur die met het oog af te lezen is, zoals die van Abbott, waarbij je genoeg hebt aan een wattenstaafje en een klein teststripje dat in je hand past, is de aangewezen test om het hoogste risico op besmetting in horeca, stadions of bij festivals uit te bannen.
Het doel van de GGD’s en de artsen en ziekenhuizen is om positieven op te sporen met de PCR-test of een equivalent daarvan. Het doel van sneltesten moet zijn om negatieve personen vrije toegang te geven. De maatschappij vraagt om deze duidelijkheid. Ik stel voor dat een kleine commissie van de Wetenschappelijk Raad voor het Regeringsbeleid, de Sociaal-Economische Raad en de Gezondheidsraad gezamenlijk hierover binnen de komende vier weken een uitspraak doet. Een even kleine commissie van de Inspectie Volksgezondheid en Jeugd en het College voor Beoordeling van Geneesmiddelen kan zich binnen diezelfde termijn uitspreken over welke test voor welk doel het geschiktst is: de test voor besmettelijkheid vs. de test voor besmetting. Laten we dit snel organiseren.
Johns Hopkins University deed daar baanbrekend onderzoek naar, gebruikmakend van een van de twee sneltesten die ook in Nederland als beste uit de bus kwam. In het lab bleek dat een positieve uitslag in de antigeentest direct gecorreleerd was met infectieus virus (dat je dus besmettelijk bent), waar dat bij PCR-positiviteit niet zo is. Vergelijkbare resultaten werden ook door Marion Koopmans en haar team van het Erasmus MC gerapporteerd. De testen van het bedrijf Abbott misten vrijwel geen infectieus virus. Op grond van zo’n negatieve test zou ik het aandurven mensen de toegang tot een café, restaurant of stadion te verschaffen, en bij positiviteit toegang te weigeren en voor confirmatie naar de GGD te sturen voor een PCR-test.
De PCR-test is daarmee iets voor de GGD’s en hun teststraten, net als de test van TNO en de recentelijk geëvalueerde blaastest, omdat ze kostbare randapparatuur en getraind personeel vragen om een uitslag te kunnen geven. De antigeen-test zonder randapparatuur die met het oog af te lezen is, zoals die van Abbott, waarbij je genoeg hebt aan een wattenstaafje en een klein teststripje dat in je hand past, is de aangewezen test om het hoogste risico op besmetting in horeca, stadions of bij festivals uit te bannen.
Het doel van de GGD’s en de artsen en ziekenhuizen is om positieven op te sporen met de PCR-test of een equivalent daarvan. Het doel van sneltesten moet zijn om negatieve personen vrije toegang te geven. De maatschappij vraagt om deze duidelijkheid. Ik stel voor dat een kleine commissie van de Wetenschappelijk Raad voor het Regeringsbeleid, de Sociaal-Economische Raad en de Gezondheidsraad gezamenlijk hierover binnen de komende vier weken een uitspraak doet. Een even kleine commissie van de Inspectie Volksgezondheid en Jeugd en het College voor Beoordeling van Geneesmiddelen kan zich binnen diezelfde termijn uitspreken over welke test voor welk doel het geschiktst is: de test voor besmettelijkheid vs. de test voor besmetting. Laten we dit snel organiseren.